René bezoekt het in tweeën gesplitste Nederhemert. Hij maakt een natuurwandeling door het gedeelte ten zuiden van de Afgedamde Maas. Op dit eiland hebben nooit veel mensen gewoond en het leven werd er vroeger bepaald door de kasteelheer. Het was een haast feodale maatschappij. René vertelt over de komst van Maurits en zijn soldaten, de oude kroeg De Zwaan, over de teugenaar en het leven langs het water. Hij wandelt langs de ruïne en de oude slotgracht van een rond 1300 gebouwd kasteel, het woonhuis van de heren van Nederhemert.