René en Léon beginnen in het Provinciehuis. Van daaruit zou Den Dungen goed te zien moeten zien, maar het dorp is in mist gehuld. Over de unieke ringdijk en langs de elf wielen die daaraan liggen, bereiken ze een akker met prei. Daar vertelt René over de Dungense tuinders, die een speciale hoek hadden op de Bossche markt. Na een bezoekje aan een heuse pierenfokker, laat René zien dat de welstand van de Dungense tuinders tot een uniek type boerderij heeft geleid, de hoekgevelboerderij. In één ervan is het museum van Jo en Riek van der Heijden gevestigd, dat gewijd is aan dertig ambachten. Traditiegetrouw eindigen we in het café, in dit geval Boer Goossens, dat al vijf generaties door dezelfde familie wordt uitgebaat.