Het Land van Altena is een overwegend agrarische streek. In Andel, aan de Afgedamde Maas en vroeger verdeeld over Op-Andel en Neer-Andel, was de veeteelt een heel belangrijke inkomstenbron. René en Léon wandelen langs dijkwoningen, veerhuis De Zwaan en een oude aanlegsteiger, richting het dorp. Daar, in een prachtige straat geflankeerd door oude linden en monumentale boerderijen, vertelt René over burgemeester Van der Schans, van wie hij ook de oude woning en het graf bezoekt. Hij bezichtigt één van de drie bakstenen torenspitsen in Nederland, het 'verdwenen huis', het Agrarisch Opleidingscentrum - waar hij Léon een les in 'koekunde' geeft - en eindigt op een melkgeitenhouderij.