René begint bij de Dommel, waar hij uitlegt wat die naam eigenlijk betekent. Hij vervolgt zijn wandeling naar de Moerkuilen en kasteel Henkenshage, terwijl hij vertelt over een moord in de boterfabriek in 1919. Een volgende bestemming is de Martinuskerk en de bijzondere begraafplaats. Behalve een dramatische Calvarieberg treft René voor het kapelletje van de legendarische St. Oda ook het sobere graf aan van de Bossche (TV-)bisschop Bekkers. Tot slot worden de oude ontginningsboerderij De Kienhof en het Jukeboxmuseum bezocht.